Village de Cuisiat

Het oude dorp in het zuiden, waar de oorspronkelijke kerk stond in de buurt van de begraafplaats. Dit plein is met zijn typische huizen een bezoek waard.
La Vallière in het noorden, vlakbij het Revermont museum. De huidige kerk dateert uit 1873, het voormalige klooster van de Clarissen uit de 15e eeuw. Op het plein herinnert de oude wijnpers aan het grote wijnbouwverleden van de streek.

De Intendant Bouchu, in zijn "Déclaration des biens de Communautés" rond 1665-1670 zegt het volgende over Cuisiat: "De naam van de parochie is Cuizia. Er zijn drie leengoederen: La Motte, Montfort en Grand Mont. Er is maar één gehucht: Rozy. François de Mairia was de opvolger van de heer Perrachon de Saint Maurix, markies van Treffort, en was baron van Rozy. Louis de Lucinge is heer van La Motte. Er zijn 80 inwoners die als arm worden beschouwd. Gelegen aan de voet van de berg die Bresse scheidt van het graafschap Bourgondië. Er is geen handel, noch kan er handel gevestigd worden. Er is geen rivier, geen brug, geen doorgang. Er zijn bossen en vlaktes. Tarwe en rogge zijn gezaaid en een beetje haver. Er zijn ongeveer een kwart wijngaarden. Er zijn meer dan 100 hooiwagens......... "
Als het dorp rond de jaren 1670 inderdaad arm en dunbevolkt was, is het in de eeuwen daarna sterk veranderd. In 1802 telde Cuisiat 860 inwoners. Ook de bevolking, die hoofdzakelijk uit landbouwbedrijven bestond, is geëvolueerd, aangezien er vandaag nog slechts vier landbouwbedrijven zijn.
In 1873 werd voor het eerst phylloxera gemeld in Cuisiat. Deze plaag luidde het einde in van de wijnbouw in de Revermont en de vestiging van de eerste fruitfabrieken, de plaatselijke benaming voor kaasfabrieken.
Zoals vele dorpen in de Revermont werd Cuisiat op 17 juli 1944 door de Duitsers gedeeltelijk in brand gestoken. Sindsdien verbouwd, vormen het oude en het nieuwe dorp een harmonieus geheel.