Camp de Cize

De ontwikkeling van dit kamp valt samen met het verval en de opheffing van dat van Chavannes. Op 14 juli 1944 werd Charles BLETEL in Echallon door de Duitsers doodgeschoten. Hij werd tot de bevrijding vervangen door Edouard CROISY.

------

In september 1943 namen afgezanten van Romeinen, Jeanjacquot en Montréal, hoofd van de Groupement SUD, contact op met Chalour, waar zij met argwaan werden ontvangen, en mislukten. Een paar dagen later, tijdens een nieuwe vergadering, werd alle verdenking opgeheven. Het kamp Cize en zijn leider Abel Louveau plaatsten zich onder het gezag van de Romeinen.

De mannen werden in twee secties verdeeld onder de verantwoordelijkheid van respectievelijk Jo Bondue en Charles Blétel. "Jo" is een beroeps onderofficier, voormalig hoofd van het Lattre de Tassigny Corps.
Zij werden goed ondersteund door Paul Sixdenier, Buffavent, Guillot, Bide, onder anderen.


Edouard Bourret dit BrunEen groep van ongeveer tien refractaire en vrijwilligers uit de streek van Chatillon sur Chalaronne (sommigen uit het kamp van Catania) kwam in september 1943 naar het kamp van Cize. Zij werden voorafgegaan door Edouard Bourret "Brun", hoofd van de Dombes A.S. sector. Zijn overvloedige activiteit en zijn gebrek aan voorzichtigheid deden hem opvallen. Aangeklaagd bij de politie, moest tweede luitenant Bourret zijn post als sectorleider verlaten en onderduiken. De Romeinen belastten hem met het organiseren van een Maquis-deelsector rond het Cize-kamp. Hij vestigde zijn hoofdkwartier te Chalour, en organiseerde zijn sector en zijn team als volgt:

Sector WEST: Chef Edouard Bourret "Brun", adjunct Charles Blétel "Charles", belast met de betrekkingen met de bevolking en de S.A.
Cize Camp: Chief Abel Louveau "Abel", plaatsvervangers: Marcel Bide "Marcel", en Marcel Guerrier "Le Gaulois".
Verbindingsofficieren: Louis Blétel "Loulou" en Paul Sixdenier "Paulo".
Logistieke steun:
-Corveissiat: Commissaris Félix Maire, adjunct Jean Curvat.
-Aromas: Commissaris Jean Buffavand, adjunct Louis Delorme.
-Chavagna: Commissaris Auguste Guillot, adjunct René Bernard.
-Chaléa: Victor Brun.
-Villeneuve-les-Charnoz: Louis Brun (zoon van Victor).
-Maurice Lamothe voor de elektrische post, Léon.
-Demoris voor het dorp en Mme Croisy voor het station.
-Racouze : Ernest Salvit met zijn zoon Raymond en Marcel Bouvet.

Op 23 november 1943 werden Abel en Brun het slachtoffer van vriendelijk vuur tijdens een controlepost langs de rivier de Ain, die werd bezet door hun eigen maquisards. Abel stierf bij de botsing, Brun was ongedeerd. Er wordt een graf gebouwd naast het kamp waar Abel wordt begraven. Bide, Marcel, zeer aangedaan door de dood van zijn metgezel, kan zijn taak niet uitvoeren.

De barakken hebben de takkenhutten vervangen. Ze werden "teruggevonden" in de jeugdkampen.

Dit kamp zat achter de coup de main op de Creusot fabriek op 16 december 1943.
---

Cize kamp - vuurvaste soldaten

De verzetsstrijders van Chavannes stonden in contact met Eugène Faury, een slager in Thoirette. Hij kende de streek goed, door zijn rondes kon hij de polsslag van zijn klanten voelen. Hoewel hij Chougeat en Chavannes kende, wilde hij zijn eigen kamp opzetten. Hij weet dat hij op sommige mensen in Cize-Bolzon kan rekenen.

Eugène Faury wist ook dat er wapens lagen opgeslagen in een huis in aanbouw, de Villa Morin. Hij denkt te kunnen rekenen op Madame Beaudu die een villa bezit in Chalour, op zijn zus Madame Coignet en op de familie Blétel, eigenaars van een boerderij die wordt beheerd door de familie Gauthier.

Faury had van Pioda de Bourg vernomen dat Charles Blétel lid was van de F.U.J. (Force Unie de la Jeunesse). Op een dag in juni bracht hij twee ontduikers naar Chalour, Charrière uit Ceffia en Lemarquis uit Marsonnas, beiden zonen van boeren. Hij camoufleerde ze boven de klif, die uitkeek over de rivier Ain. Ze werden geleverd door hun familie, via Faury, tijdens zijn tournee. Marcel Guerrier, een vriend van Loulou, kwam op 11 augustus 1943 in het kamp; hij was ontsnapt uit de trein die hem onder de STO naar Duitsland bracht.

Charles bletelBegin september kwam de broer van Loulou, Charles, naar Chalour, hij wilde vechten. Vanaf dat moment wijdde hij zich volledig aan deze kleine groep, bijgestaan door Marcel Guerrier; Loulou was de verbindingsman.

In september namen afgezanten van Romeinen, Jeanjacquot en Montréal, hoofd van de Groupement SUD des Maquis de l'Ain, contact op met Chalour, waar zij met argusogen werden ontvangen. Een paar dagen later, tijdens een nieuwe vergadering, werd alle verdenking opgeheven. Het kamp Cize en zijn leider Abel Louveau plaatsten zich onder het gezag van de Romeinen.