Barrage de Cize-Bolozon

Ten tijde van de bouw van de stuwdam te Cize-Bolozon hadden de elektriciteitsmaatschappijen elk hun eigen fabrieken, elektriciteitsleidingen en klanten. De waterkrachtcentrale van Cize-Bolozon, die tussen 1928 en 1931 door de "Energie Electrique Rhône-Jura" in de Ain werd gebouwd, was bedoeld om de elektriciteitsvoorziening van de metallurgische fabrieken van Le Creusot en de kolenmijnen van Decize te verbeteren; het overschot werd verkocht aan de "Compagnie Bourguignonne de Transport d'Energie", die Gueugnon, Bourges, Dijon, Lyon van energie voorzag en zijn afzetmarkten in de Parijse regio wilde versterken. Deze fabriek was de belangrijkste in de Ain vallei. Tegenwoordig wordt de produktie van deze fabriek, evenals die van de meeste andere fabrieken in de vallei, aangesloten op het regionale net van 63.000 V.

De bouw van de dam over een rivier die zo grillig was als de Ain in die tijd, werd alleen mogelijk gemaakt door de constructie van ronde damwanden.

De talrijke en buitengewoon hevige overstromingen van het voorjaar en de zomer van 1930 hebben de bouwplaats herhaaldelijk overstroomd, maar de strijdlustigheid van de mannen heeft de verwoestingen van de natuur overwonnen.

Met zijn bovenbouw is de stuwdam typerend voor de constructies uit deze periode. De inrichting werd noodzakelijk gemaakt door het type platte poorten van 60 ton die op rupsbanden lopen, bekend als "Stoney"-poorten.

De enorme kraan, die nu buiten gebruik is gesteld, wordt gebruikt voor het plaatsen van de betonnen kistdammen die bij de brug zijn opgeslagen en die op elkaar worden geplaatst om een soort boogdam te vormen voor de poorten die moeten worden gerepareerd en zo uit het water worden "getild". Deze kraan werd soms ook gebruikt om goederen of kleine boten aan weerszijden van de dam over te zetten, aangezien het Ain in die tijd bevaarbaar was