Château de Rosay

Château de Rosay werd in de 12e eeuw gebouwd op een rotsachtige uitloper op 482 meter boven zeeniveau en behoorde tot de Franse Revolutie toe aan vijf grote families (de families de Rosay, de Varax, de Bernault, de Chissey en de Romanet).

Oorspronkelijk maakte Rosay deel uit van de grote Sirerie du Revermont, waarvan Coligny de hoofdstad was, maar aan het eind van de 13e eeuw kwam het onder de heerschappij van de familie Chalon Auxerre.

Het kasteel van Rosay onderging verschillende belegeringen tijdens de verschillende Franse invasies (1479, 1595, 1673). Het stond bekend als onneembaar en diende ook als toevluchtsoord voor alle inwoners van de Revermont. Het was zelfs het toneel van de heldendaden van Lacuzon (1659), de beroemde verdediger van de Franche-Comté.

In maart 1793 vluchtte de Comte de Romanet voor de woede van de lokale bevolking, die het kasteel plunderde. Het werd vervolgens nationaal bezit en werd verwoest, met uitzondering van de donjon. Deze vernietiging was meer te wijten aan de behoefte aan steen dan aan de symbolische waarde van het gebouw.

In 1852, na de dood van de eigenaar Pierre Brangeat, werd het landgoed nagelaten aan de gemeente, in overeenstemming met zijn wensen, om eigendom te worden van de Sociale Dienst.

Het kasteel werd in 1980 gekocht door Marcel Duthion, een liefhebber van de site, die vijftien jaar van zijn leven wijdde aan de restauratie van het gebouw.